Chaam wordt zelfstandig in de 15e eeuw
Chaam lijkt ontstaan te zijn als ontginning aangestuurd vanuit Alphen: vanuit de bezittingen daar van de Tempeliers/Johannieters en de abdij van Tongerlo en door de heer van Breda.
In 1327 verklaart de heer van Breda dat de abdij van Tongerlo geen achterstallig cijns hoeft te betalen op het Catscoet te Chaam. Dit goed lijkt te worden uitgebreid in de loop der eeuwen naar wat de hoeve tot Chaam wordt genoemd en nu bekend staat als de Pelikaanhoeve. In 1362 worden ook Chaamse percelen genoemd als cijnsplichtig aan de abdij van Tongerlo. Het hof ter Zande op Kwaalburg heeft ook gronden te Chaam en heft zelfs de helft van de tienden te Chaam in de periode van voor 1402 tot na 1607. Uit latere 16e eeuwse cijns- en vestvermeldingen blijken ook vele boeren uit Alphen grond te hebben in Chaam. Vooral beemden, want het hoger gelegen Alphen had een tekort aan gras voor het vee.
Behalve Tongerlo laat ook Echternach nog altijd een enkele cijns gelden op de Brabander. De voormalige voogden van de abdij van Echternach, de heren van Herlaar, hebben een leengoed op de Leg.
Ook de abdij van Thorn heft op enkele percelen cijns, waarschijnlijk behorend tot het hof van Gilze (of Baarle), waar Thorn veel meer goederen had en rechtsmacht.
In 1422 wordt in het manueel van de Johannieters (opvolgers van de Tempeliers op het Hof ter Brake in Alphen) een hoeve te Chaam genoemd. De eigenaar hiervan moet jaarlijks drie dagen met paarden en wagens werk verrichten op Hof ter Brake. Thonys van Bedaf bezit deze hoeve en moet ook jaarlijks cijns betalen. De dienstencijns wijst op een oudere eigendom.
Ook in 1422 starten bewoners van Chaam de aanvraag voor een eigen kerk-parochie. Er was al een kapel:
Bij de aanvraag voor eigen kerk werd de volgende argumentatie gebruikt:
- dorp, dat uit de heide ontstaan was door de arbeid van de inwoners de laatste tijd fel was aangegroeid
- de afstand van de doopkerk was één uur gaans, daarom was het zo moeilijk voor veel parochianen, op de eerste plaats voor ouderlingen, zwakkeren, herstellenden en aanstaande moeders, vooral bij ontijde en slecht weder, om op geregelde tijden naar de parochiekerk te gaan voor het mishoren.
- reeds op eigen kosten een kapel met altaar opgericht, waar iedere week twee missen werden gedaan (priester Jan van den Nuweleynde)
De aanvraag vloeit uit naar een eigen kerk en parochie in 1463. Patroonheilige werd Sint Antonius abt, niet ontoevallig de patroon van het vee. De Chaamse beekdalen waren zeer geschikt om het vee op te weiden en gras te winnen. In hetzelfde jaar 1463 wordt ook het dorpsbestuur gesplitst van Alphen: 4 schepenen uit Alphen en 3 uit Chaam. Chaam draagt 40% van de financiën.
Bronnen/Meer lezen:
- Bijsterveld, A.-J. (1987) Alphen (ca 1175-1350), Reorganisatie en integratie van een domein van de abdij van Echternach in de heerlijkheid Breda ook in Jaarboek ‘De Oranjeboom’43/44 (1990/1991)
- Erens, M.A. (WO2, uitgave 1978) Alphen in de baronie van Breda deel I en II