Chaam in de 20e eeuw tot de Tweede Wereldoorlog
Kort na 1900 kwam de protestantse school met onderwijzerswoning gereed. Op de eerste schoolfoto van 1907 staan 27 leerlingen. Maar ook kwam er een nieuwe openbare school in 1904 op de Galgenakker. Deze werd in 1920 omgezet naar de RK Sint Aloysius jongensschool, terwijl de St. Jozefschool voor de meisjes was.
De landbouw werd wat meer geïnnoveerd door de introductie van kunstmest, de oprichting van de melkfabriek “Landbouwers welvaren” in 1899 en zeker van de in 1916 opgerichte Boerenleenbank.
In 1916 werd ook de weg naar Gilze verhard. Chaam had al enkele leerlooierijen, maar met name begin jaren twintig werden er veel opgestart. Met stromend water en eikenhout in de buurt had Chaam twee belangrijke pluspunten voor het uitoefenen van deze nijverheid.
Bij de Eerste Wereldoorlog werd mobilisatie afgekondigd. Hoewel er geen oorlogshandelingen op Nederlands grondgebied plaatsvonden was er extra grenswacht, kwamen er vluchtelingen en tekorten zodat men over moest gaan op een distributieregeling van essentiële voedselwaren.
In 1926 werd de oude RK waterstaatskerk afgebroken en kwam er een nieuwe Rooms Katholieke kerk gereed. De openbare school was al in gebruik genomen door de katholieken en al eerder kwam in 1920 een onderwijzerswoning.
De crisisjaren gingen ook niet aan Chaam voorbij. In de bossen waren verschillende werkgelegenheidsprojecten, zoals werkkamp Putven. In verschillende houten barakken verbleven werkeloze jongeren uit de steden en werkten in de bossen van 1936 tot 1940.
Desondanks ging de vooruitgang door: in 1931 werd de 2000e inwoner geboren. Ook werd er een hinderwetvergunning aangevraagd voor een eerste benzinepomp. Benzine was ook nodig voor smokkelaars. De smokkel van vooral boter en suiker beleefde hoogtijdagen in de jaren dertig en werd steeds meer georganiseerd zoals met (speciale gepantserde) voertuigen.